Tractus Iliotibialis Frictie Syndroom (lopersknie)

Het Tractus Iliotibialis Frictie Syndroom (lopersknie) is een hardloopblessure, die ook voorkomt bij bergwandelaars. De peesplaat Tractus Iliotibialis, bevindt zich aan de buitenzijde van het bovenbeen, vanaf het bekken/de heup, tot aan de knie. De functie van de peesplaat is het stabiliseren van het kniegewricht tijdens het hardlopen.

Aan de buitenkant van de knie zit een botpunt (de laterale epicondyl) dat uitsteekt. Tijdens het strekken en buigen bij o.a. het hardlopen, beweegt de peesplaat zich over dat botpunt.

Tussen het botpunt en de peesplaat zit een slijmbeurs (bursa), die ervoor zorgt dat daar geen frictie ontstaat. Als er sprake is van een continue wrijving van de peesplaat over het botpunt, kan de slijmbeurs gaan ontsteken, wat pijnklachten tot gevolg heeft, aan de buitenzijde van de knie. Zo’n irritatie kan zelfs tot in het botweefsel doordringen.

Als u meer wilt weten over een slijmbeursontsteking verwijzen wij u naar het hoofdstuk Bursitis’ in de Klachtenwijzer.

Meestal ligt de oorzaak van deze aandoening bij het langdurig hardlopen of bij het afdalen van een berg tijdens het bergwandelen. Ook een verkeerde looptechniek, waarbij de knie naar binnen draait, kan leiden tot dit syndroom.

Maar er zijn meer oorzaken van dit syndroom bekend.
Denk hierbij aan het hebben van O-benen (Genua Varum). Daarbij ontstaat extra spanning op de peesplaat.
Door langdurig aan dezelfde kant van een bol wegdek te lopen, kunnen uw benen in de O-stand worden gedwongen, wat weer kan leiden tot het ontstaan van dit syndroom.
Ook het hebben van een afwijkend voettype kan een rol spelen bij het ontstaan van dit syndroom. Denk hierbij aan o.a. holvoeten. Daarbij is sprake van een verminderde schokdemping.
Overpronatie van de voet, waardoor de knie meer naar binnen draait, dan gewoon is, hoort daar ook bij.
Wanneer sprake is van slappe buitenste kniebanden, draait de knie tijdens het hardlopen naar buiten (exorotatie), hetgeen leidt tot extra spanning.
Verkorte heupspieren (tensor fascia latae), kunnen de peesplaat te veel op spanning brengen, wat weer kan leiden tot een lopersknie.
Het dragen van verkeerd schoeisel, met o.a. een te hoge ondersteuning aan de binnenkant van de voet, kan eveneens tot problemen leiden. Als schoeisel een slechte schokdemping heeft, te stug, te slap of versleten is, kan de voet of de knie naar binnen (endorotatie) of naar buiten (exorotatie) zakken.
Ook bij een verschil in beenlengte, ontstaat als compensatie, meer spanning op de peesplaat, door het naar binnen draaien van het langere been.
Door zwangerschap kan het bindweefsel verzwakken, waardoor de peesplaat geïrriteerd raakt.
Hardlopen op een harde ondergrond geeft minder demping dan op een zachte ondergrond, hetgeen bijna vanzelfsprekend leidt tot peesplaatproblemen.

Bij het hardlopen is er een aantal zaken, waar u heel goed op moet letten om peesplaatproblemen te voorkomen, t.w.:

  • Bouw een training geleidelijk op
  • Wissel de trainingsbelasting af
  • Pas de frequentie van het trainen aan
  • Loop steeds andere routes, met een andere ondergrond
  • Let er goed op dat de intensiteit van de training past bij wat uw lichaam aan kan
Klachten aan voet, enkel, knie, heup, of rug?

Maak direct een afspraak

Oorzaken

  • Verkeerde looptechniek
  • Landurig hardlopen
  • Bergwandelen, tijdens afdaling
  • O-benen
  • Langdurig aan dezelfde kant van een bol wegdek lopen
  • Afwijkend voettype als holvoet 
  • Overpronatie van de voet
  • Slappe buitenste kniebanden
  • Verkorte heupspieren
  • Beenlengteverschil
  • Zwangerschap
  • Het dragen van verkeerd schoeisel
  • Hardlopen zonder variatie in ondergrond
  • Te snelle trainingsopbouw

Symptomen

  • Klachten ontstaan geleidelijk
  • Alleen pijn tijdens activiteiten
  • In rust geen klachten
  • Pijn aan buitenzijde van de knie 
  • Pijn aan de gehele pees
  • Pijn op de aanhechting van de pees op de heup
  • De pijn kan variëren in zowel doffe, scherpe, diepe als in stekende pijn
  • Zwelling
  • Pijn wordt erger bij intensivering van de trainingsactiviteiten
  • Pijn wordt erger bij trap op- en aflopen

Wat kunt u zelf doen?

  • Het is belangrijk dat de geïrriteerde slijmbeurs, en het bot rust krijgen om te herstellen
  • Stop met hardlopen of bergwandelen totdat de pijn weg is
  • Zoek alternatieve trainingen, zoals zwemmen, schaatsten of een krachtprogramma
  • Doe de versterkende oefeningen, die u zijn geadviseerd
  • Draag de podotherapeutische inlegzolen, ter correctie van een afwijkende voetstand of een beenlengteverschil altijd
  • Volg het (sport)schoenadvies op dat u is aangereikt

Wat kan de podotherapeut voor u doen?

  • De podotherapeut onderzoekt uw klachten en zal u een aantal vragen stel
  • Een analyse van uw looppatroon, de drukverdeling van uw voeten en uw looptechniek zullen worden geanalyseerd
  • Met echografie kan aanvullend onderzoek worden gedaan
  • Ter correctie van een afwijkende voetstand of een beenlengteverschil kunnen podotherapeutische inlegzolen worden aangemeten
  • Een (sport)schoen advies behoort tot de mogelijkheden
  • Oefeningen kunnen worden geadviseerd om uw looppatroon te verbeteren en ook spierversterkende oefeningen kunnen aan de orde komen, niet alleen voor de voeten, maar ook voor de knieën en de heup

Wat kunt u verwachten?

  • Als u de adviezen van de podotherapeut opvolgt is het te verwachten resultaat goed

Eventuele verwijzing naar andere zorgverleners en/of specialisten

  • Bij aanhoudende klachten zal de podotherapeut u doorverwijzen naar een sportarts voor verder onderzoek
Afspraak maken?

Kom eens vrijblijvend langs