Scoliose

Bij scoliose in de rug is de wervelkolom kromgegroeid in een zijwaartse vergroeiing. Door het kromgroeien ontstaan één of twee bochten in de wervelkolom, die de vorm van een S of C hebben.
Ook kan scoliose een bolling op de rug veroorzaken, door de verdraaiing van de wervelkolom.
Scoliose is in sommige gevallen erfelijk.
Vanaf de geboorte kan deze aandoening aanwezig zijn, maar deze kan ook op latere leeftijd ontstaan.
Bij meisjes komt scoliose vaker voor dan bij jongens. 

De spierbelasting van de rug raakt door scoliose in disbalans, a-symmetrisch, waardoor klachten kunnen ontstaan. Vooral als de kromming in de lage rug zit, ervaart men klachten, maar dat is niet altijd het geval.

De vergroeiing kan niet worden genezen of voorkomen. Wel wordt getracht de wervelkolom te stabiliseren en zoveel mogelijk te corrigeren. Ongeveer 3 op de 100 kinderen hebben een vorm van scoliose.
Het is van belang de vergroeiing van de rug bij kinderen goed in de gaten te houden, zeker wanneer kinderen een groeispurt ondergaan.
Wanneer uw kind rugklachten heeft, is het belangrijk een afspraak te maken met uw huisarts. Deze kan u, indien nodig, doorverwijzen naar een orthopeed voor een beoordeling en/of behandeling.

In de puberteit krijgen kinderen meestal last van de vergroeiing in hun rug. Door de scoliose kan het bewegen lastiger worden, wat soms pijn kan veroorzaken. De wervelkolom gaat anders bewegen, waardoor het functioneren van de longen wordt beperkt.
Tieners kunnen het ook erg vervelend vinden, dat hun rug er anders uitziet. Hoe erger de scoliose, hoe groter de bolling op de rug is.

Scoliose gaat helaas niet vanzelf over. De scoliose kan zelfs verergeren als uw kind nog in de groei is.
Het is daarom belangrijk om de aandoening in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken en te stabiliseren.

Er zijn vier soorten scoliose:

1. Idiopathische scoliose
   De oorzaak van de scoliose is onbekend (80%)
2. Aangeboren scoliose (congenitaal)
   De scoliose wordt veroorzaakt door een of meer aangeboren wervelafwijkingen
3. Neuromusculaire scoliose
   De scoliose ontstaat door een spier- of zenuwaandoening
4. Degeneratieve scoliose
   Deze vorm ontstaat door slijtage van de gewrichten en komt meestal door het natuurlijke verouderingsproces van het lichaam

Er is nog een andere vorm van scoliose bekend, de houdingsscoliose, die wordt veroorzaakt door een verschil in beenlengte.
Daardoor ontstaat een verkromming in de rug. De rug probeert als het ware het lengteverschil te corrigeren.

• Onbekend 80%
• Aangeboren
• Spieraandoening
• Zenuwaandoening (vernauwing)
• Slijtage van de gewrichten
• Veroudering
• Beenlengteverschil

• Zichtbare verkromming van de rug
• Ademhalingsklachten
• Vermoeidheid door verminderde longfunctie
• Hoofdpijn
• Bewegingsbeperking
• Pijn in de rug
• Bolle rug
• Beenlengteverschil 
• Uitstralende pijn naar de benen
• Gekanteld bekken
• Lager hangende schouder aan één kant
• Mentale klachten door kromme rug

• Bij een scoliose kunt u helaas niet veel zelf doen om de klacht te verhelpen
• Het is raadzaam om contact op te nemen met de huisarts, podotherapeut, fysiotherapeut en/of oefentherapeut

• De podotherapeut onderzoekt de klachten van uw kind en kan, eventueel in samenwerkingen met een oefentherapeut of een fysiotherapeut, bekijken wat de oorzaak is van de scoliose
• Mogelijk kan de vergroeiing gedeeltelijk worden gecorrigeerd met podotherapeutische inlegzolen
• Met analyse-apparatuur wordt een analyse gemaakt van het looppatroon, een eventuele afwijkende stand van de voeten, alsmede de drukverdeling van de voeten van uw kind
• Ook wordt nagegaan of er sprake is van een beenlengteverschil of een afwijkende stand van de benen
• Corrigerende podotherapeutische inlegzolen kunnen worden aangemeten, die het beenlengteverschil compenseren
• Daarnaast kan met deze steunzolen een eventuele standsafwijking van de voeten en de benen (een X- of O-stand) worden gecorrigeerd
• Een hakverhoging onder de schoen kan nodig zijn om het verschil in beenlengte te corrigeren
• Bij een relatief klein beenlengteverschil zal het lichaam zich hierop aanpassen
• Een (sport)schoenadvies kan worden gegeven, met aandacht voor zoolmateriaal, ballijn, hakhoogte, stabiliteit bovenwerk, stevig contrefort, etcetera
• Een evaluatiemoment volgt 6 tot 10 weken na de definitieve therapie

• Scoliose gaat helaas niet vanzelf over
• Als het om een houdings scoliose gaat, is het te behalen resultaat redelijk tot goed

• Wanneer u merkt dat uw kind een kromme rug of ongelijke schouders heeft, is het verstandig om een afspraak met de huisarts te maken
• De huisarts kan zorgen voor een doorverwijzing naar een orthopeed
• De orthopeed kan het behandelplan opstellen en een eventueel een operatie voorstellen 
• Een verwijzing naar een kinderfysiotherapeut kan nodig zijn om oefeningen te leren die de ademhaling en conditie verbeteren