Retropatellaire Chrondopathie

Retropatellaire Chondropathie wordt ook wel ‘theaterknie’ genoemd. Bij een theaterknie wordt het laagje kraakbeen aan de achterzijde van de knieschijf slechter. Het is een kraakbeen aandoening. Retropatellair is de Latijnse naam voor ‘achter de knieschijf’ en chondropathie betekent ‘kraakbeenletsel’.

De beschadigingen die bij Retropatellaire Chondropathie optreden ontstaan heel geleidelijk. Wat precies de oorzaak is van Retropatellaire Chrondopathie is nog onbekend. Mogelijke factoren die bij het ontstaan van een theaterknie een rol spelen zijn o.a. overbelasting, verkeerde belasting van het kniegewricht/de knieschijf of anatomische aanleg.
Bij vrouwen komt deze aandoening vaker voor dan bij mannen.  Vooral atletisch gebouwde vrouwen tussen de 18 en 30 jaar en vrouwen met X-benen, lopen de grootste kans op het krijgen van deze aandoening.

De belangrijkste oorzaak is een langdurige en verkeerde overbelasting van het kniegewricht. Dit verandert de spierbalans en daardoor spoort de knieschijf niet goed meer over het gewrichtsvlak van het bovenbeen. Een theaterknie kan ontstaan als gevolg van een trauma aan de knie. Maar ook letsel aan de knieschijf en langdurige immobilisatie, bijvoorbeeld door een been in het gips, kunnen deze kraakbeen aandoening op gang brengen.

Het kraakbeen op de botuiteinden van de gewrichten speelt een heel belangrijke rol bij de beweeglijkheid van de gewrichten. Het zorgt ervoor dat de beide gewrichtshelften soepel over elkaar kunnen glijden en dat schokken en stoten worden geabsorbeerd. Wanneer er teveel kracht op het kraakbeen wordt uitgeoefend, kunnen er afwijkingen aan dit flexibele weefsel ontstaan. Dan wordt al snel gesproken over Artrose, maar dat is niet altijd het geval.

Een verkeerde balans van de spieren, aan de voorkant van het bovenbeen, veroorzaken de slijtage van het kraakbeen.
De knieschijf wordt daardoor, tijdens het strekken van de knie, naar buiten getrokken en beweegt zich niet goed meer in de uitsparing van het bovenbeen. Dit geeft een verhoogde druk op de achterzijde van de knieschijf, waardoor er beschadigingen kunnen optreden aan het kraakbeen.

Bij Artrose is sprake van een gelijkmatige slijtage van het kraakbeen, dat over de botuiteinden ligt en waarbij het gehele oppervlak in het geding is. Uiteindelijk komt het onderliggende bot bloot te liggen, omdat het kraakbeen helemaal is verdwenen. Er kunnen echter ook kleine beschadigingen aan het kraakbeen ontstaan, zoals ruwe plekken en putjes. Als dit gebeurt spreekt men over Chondropathie. Deze aandoening kan in alle gewrichten voorkomen, maar vooral de knie is daar erg gevoelig voor.
Chondropathie is het voorstadium van Artrose. Het kraakbeen is beschadigd en zal daardoor ook dunner en dunner worden. Als dat gebeurt spreekt men over Artrose.

Bij een kraakbeen aandoening zijn vier fases te onderscheiden.
Bij fase 1 tot en met 3 wordt gesproken over Chondropathie.

• Bij fase 1 wordt het kraakbeenoppervlak zacht en nemen de verende eigenschappen af. 
• In fase 2 ontstaan er kleine scheurtjes in het kraakbeen en wordt het oppervlak ruw. 
• In fase 3 reiken de scheurtjes en groeven verder dan de helft van de dikte van het kraakbeen. Als dit aan de orde is wordt dit ook wel pre-artrose genoemd. 
• In fase 4 is de Chondropathie volledig overgegaan in Artrose. Het kraakbeen is dan vrijwel helemaal verdwenen en de beide botuiteinden zijn bloot komen te liggen.

Als u meer wilt weten over een Artrose verwijzen wij u naar het hoofdstuk ‘Artrose’ in de Klachtenwijzer.

• Overbelasting
• Verkeerde belasting van het kniegewricht
• Trauma
• Langdurige immobiliteit van het been
• Verkeerde belasting van het kniegewricht/de knieschijf
• Anatomische aanleg
• Atletische lichaamsbouw vrouwen tussen de 18 en 30 jaar
• Vrouwen met X-benen
• Overgewicht

• Pijn aan de voorkant van de knie, vooral rond de knieschijf
• Pijnklachten bij beweging van het kniegewricht, tijdens hurken, traplopen en fietsen (tegen de wind in of helling op)
• Pijn bij langdurig met gebogen knieën zitten
• Na verloop van tijd ook pijn in rust 
• Drukken op de knie is pijnlijk
• Zwelling (vochtophoping)

• Probeer diepe kniebuigingen te vermijden (klimmen, springen, fietsen in zwaar verzet, traplopen)
• Fiets in een zo licht mogelijke versnelling om uw knieën te sparen
• Vermijd langdurig met gebogen knieën zitten
• Pas uw sportactiviteiten aan
• Kies bij zwemmen voor borst- of rugcrawl, wat minder belastend voor de knieën is dan schoolslag
• Probeer een normaal lichaamsgewicht te bereiken,  ev. onder begeleiding van een diëtist 
• Draag de podotherapeutische steunzolen dagelijks
• Draag altijd goed, door de podotherapeut geadviseerd, schoeisel wanneer u gaat (hard)lopen

• De podotherapeut onderzoekt uw klachten
• Er zal met analyse-apparatuur een analyse worden gemaakt van uw looppatroon, de drukverdeling van uw voeten en de stand van uw benen
• Ook het maken van een echo behoort tot de analysemogelijkheden
• Corrigerende podotherapeutische inlegzolen kunnen worden aangemeten, die uw houding verbeteren  
• Daarnaast kan met deze zolen een eventuele standsafwijking van de voeten/benen worden gecorrigeerd
• Uw schoenen worden eveneens beoordeeld
• Een (sport)schoenadvies kan worden gegeven, met aandacht voor zoolmateriaal, ballijn, hakhoogte, stabiliteit bovenwerk, stevig contrefort, etcetera
• Oefeningen kunnen worden geadviseerd om de structuren rondom de knie te versterken
• Viltbandage kan worden toegepast om de druk te verminderen op de aangedane plek
• De behandeling is gericht op het wegnemen van de oorzaak, zodat de aandoening zich niet kan gaan ontwikkeling in de richting van artrose

• Afhankelijk van de oorzaak, redelijk tot goed resultaat

• Een fysiotherapeut kan u leren hoe de knie minder wordt belast en hoe spieren rondom de knie kunnen worden versterkt
• Operatief wordt er niet zo snel ingegrepen omdat het resultaat vaak tegenvalt en belastend is voor het kniegewricht