Perniones (Wintertenen)

Als het buiten koud is, kunt u last krijgen van wintertenen. Een andere naam voor wintertenen is Perniones.

Bij wintertenen heeft u last van jeuk en/of pijn aan uw tenen. Meestal zijn de klachten niet ernstig van aard en gaan deze vanzelf over.

Wintertenen kunnen op alle leeftijden voorkomen. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen.

Dezelfde verschijnselen komen soms ook voor aan de handen, oren, neus of polsen, op de voeten, het onderbeen of aan de buitenkant van de dijen. Als het erger wordt kunnen er blaren, wondjes en ontstekingen ontstaan (bijvoorbeeld na krabben).

Hoe wintertenen ontstaan, is niet helemaal duidelijk. Sommige mensen zijn er gevoelig voor. Ook komt het in sommige families vaker voor.

Als het kouder is dan 10 tot 15 graden, kunnen de bloedvaatjes in de huid tijdelijk vernauwen en verkrampen. Daardoor stroomt het bloed niet goed door en bestaat de kans dat er stuwing en/of een tekort aan zuurstof in de huid optreedt. De huid wordt rood of blauwrood, gaat zwellen en ontsteken, waarbij ook blaren en wondjes kunnen ontstaan, vooral als de huid, door de jeuk, wordt open gekrabd.

Als u last hebt van wintertenen kunnen de volgende punten hierbij een rol spelen, maar dat is niet bewezen:

• als u er gevoelig voor bent
• als u er aanleg voor heeft
• als het kouder is dan 10 tot 15 gaden
• als u zich niet goed tegen de kou beschermt (dunne of vochtige kleding)
• als de bloedstroom wordt afgekneld door te strakke kleding of schoenen
• als het bloed niet goed door stroomt kan er stuwing en/of een tekort aan zuurstof in de huid ontstaan
• als u weinig beweegt
• als u mager bent
• als u rookt
• als u bepaalde medicijnen (bètablokkers) gebruikt, gaan de kleine bloedvaten zich vernauwen

• jeuk, een branderig gevoel of pijn aan uw tenen
• één of meer rood/blauwe of paars/blauwe plekken
• de plekken kunnen een beetje gezwollen zijn
• vaak zitten de plekken zowel links als rechts op uw lichaam

Er bestaan geen medicijnen, zalven of crèmes, die de klachten kunnen verminderen.
Wintertenen gaan meestal vanzelf over.

Wat u wel kunt doen is:

• Vermijd kou of bescherm uzelf tegen de kou
• Probeer kou en een snelle temperatuurdaling te vermijden
• Houd uw voeten warm en droog, met sokken van bij voorkeur wol of katoen
• Draag waterdichte schoenen, die ademend en niet knellend zijn
• Draag geen kunststof sokken of schoenen
• Probeer uw lichaam warm te houden, eventueel met extra isolerende  lagen, die ademend en niet knellend zijn
• Blijf bewegen om uw lichaam warm te houden
• Zorg ervoor dat uw huis en/of werkplek warm genoeg is
• Vermijd stoten, schuren, wrijven of krabben op plekken van de huid die door de kou zijn verkleurd
• Stop met roken, omdat roken de doorbloeding van uw huid vermindert
• Heeft u veel klachten en gebruikt u bètablokkers? Bespreek met uw (huis)arts of u deze medicijnen kunt verminderen of (tijdelijk) stoppen om te kijken of uw klachten hierdoor verbeteren
• Het aanbrengen van een dunne laag Betadinezalf en deze afdekken met een zuurstofdoorlatende pleister, kan verlichting geven

• Met een podotherapeutische steunzool kan de druk op de voorvoeten en tenen beter worden verdeeld, wat de pijn verlicht
• De podotherapeut kan u tevens een (sport)schoenadvies geven, het dragen van goede schoenen, die ademend en niet knellend zijn, is belangrijk

• De klachten gaan meestal binnen enkele weken vanzelf over
• Soms blijven de klachten de hele winter
• Bij kouder weer heeft u meestal meer klachten, bij zachter weer minder
• Wanneer het warmer wordt, in het voorjaar, verdwijnen de klachten meestal vanzelf
• In de zomer heeft u ook geen klachten
• Ieder jaar kunnen de klachten bij koud weer terugkomen
• Ook bij verblijf in een ‘koelcel’ (gekoelde ruimte) kunt u klachten krijgen

• Omdat een goede voetverzorging belangrijk is, kan de podotherapeut u doorverwijzen naar een pedicure, voor een regelmatige behandeling
• Raadpleeg uw (huis)arts als de klachten aanhouden en u last blijft houden van blaren, die kapot gaan, of van wondjes of zweren, zelfs als het niet koud is, of als u al op leeftijd bent
• Uw arts kan nagaan of er mogelijk een andere oorzaak aan uw klachten ten grondslag ligt