Cuboïdsyndroom

Bij het Cuboïdsyndroom is sprake van een voetwortelklacht. Het cuboïdsyndroom ontstaat door een gewrichtsverandering van één van de botten in de voet, os cuboideum genaamd. Deze verandering ontstaat vaak tijdens een verstuiking van de enkel.
Je kunt dit herkennen aan toenemende pijn tijdens lopen, joggen, springen en in de ochtend wanneer de voet op de grond wordt gezet.

Het os cuboideum, ook wel teerlingbeen genoemd, ligt aan de buitenzijde van de voet, nabij de kleine teen. Het gewricht tussen het teerlingbeen en het hielbeen, ook wel os calcaneus genoemd, kan niet goed bewegen. Dit leidt tot het ontstaan van irritatie van het omliggende gewrichtskapsel, de pezen en/of ligamenten en de pees van de peroneus longus (spier aan de buitenzijde van het onderbeen).

De voetwortel bestaat uit 7 voetwortelbeentjes. Aan de uiteinden van de voetwortelbeentjes zit kraakbeen en rond elk gewricht zit een gewrichtskapsel. De voetwortelbeentjes worden bijeengehouden door bandjes, die langs de beentjes lopen. Ook lopen er spieren, zenuwen, lymfvaten en bloedvaten langs.

Het Cuboïdsyndroom wordt met regelmatig over het hoofd gezien en daardoor verkeerd behandeld.
De diagnose kan alleen worden gesteld op basis van een vraaggesprek, lichamelijk onderzoek, expertise en het uitsluiten van overige aandoeningen.
Het Cuboïdsyndroom is niet door scan-onderzoek aan te tonen. 

Deze blessure komt voor bij sporters, die veel springen, o.a. atleten en dansers en bij sporters die veel draaien en keren, o.a. tennissers en basketballers.
Ook door het verzwikken van de enkel kan het cuboïd syndroom ontstaan.

Het gaat meestal om blijvende langdurig aanhoudende of toenemende pijn aan de buitenzijde van de voet, met uitstraling naar de laatste twee tenen, die is ontstaan, nadat de enkel is verstuikt.
Ook wordt pijn ervaren bij het op de tenen staan en bij lopen.
Daarnaast is er pijn bij springen en landen.

Als het cuboïdsyndroom wordt gediagnosticeerd is het goed te behandelen.
De klacht zal verminderen op het moment dat het os cuboideum in de juiste positie terug is geplaatst.

• Inversietrauma, verstuikte voet
• Chronisch geproneerde instabiele voet 
• Afwijkende voetstand

• Blijvende langdurig aanhoudende of toenemende pijn aan de buitenzijde van de voet, met uitstraling naar de laatste twee tenen
• Pijn bij het op de tenen staan en bij lopen
• Pijn bij springen en landen
• Zwakte bij de afzetfase van de voet bij het lopen

• Houd u aan de adviezen van de podotherapeut
• Draag uw inlegzolen altijd
• Volg het (sport)schoenadvies op

• De podotherapeut onderzoekt uw klachten
• Aan de hand van een uitgebreid vraaggesprek en een analyse van uw looppatroon en drukverdeling van uw voeten zal een advies worden gegeven
• Allereerst zal een fractuur moeten worden uitgesloten
• Manuele therapie kan worden ingezet om os cuboideum  op de juiste plaats te manoeuvreren
• Taping kan worden ingezet om het genezingsproces te ondersteunen
• Corrigerende podotherapeutische inlegzolen kunnen worden ingezet, bij een standsafwijking van de voeten
• Een (sport)schoenadvies behoort eveneens tot de mogelijkheden
• Een evaluatie afspraak zal met u worden gemaakt

• Het te verwachten resultaat is goed

• Fysiotherapie kan worden geadviseerd om met oefeningen verbetering te bewerkstelligen en de spieren sterker te maken