Beenlengteverschil
Een beenlengteverschil komt vaak voor, bijna niemand staat namelijk volledig recht. Omdat een beenlengteverschil bij heel veel mensen geen klachten geeft, weten veel mensen zelfs niet eens dat ze dit hebben.
Andere mensen met een beenlengteverschil ervaren klachten aan de voeten, knieën, heupen, onderrug en schouders. De klachten worden vooral veroorzaakt door het feit, dat het lichaam het beenlengteverschil gaat compenseren. Dit leidt tot standafwijkingen aan de voeten, aan de knieën en aan de heup.
De meeste klachten komen voor aan één zijde van de rug of aan de buitenzijde van het heupgewricht.
Pijnklachten kunnen al optreden bij slechts enkele millimeters beenlengteverschil.
Wanneer sprake is van een beenlengteverschil kan bijvoorbeeld de knie, van het langere been, ter compensatie worden gebogen en het bekken worden gedraaid. Ook kunnen de rug en de schouders worden opgetrokken om de rug recht te houden.
Het langere been kantelt meer naar binnen toe of het kortere been kantelt meer naar buiten toe.
Deze houdingen worden vaak onbewust aangenomen om het verschil in beenlengte te compenseren. Het aannemen van een compenserende houding kan vermoeiend zijn in voeten, benen, heup, rug en schouders.
Door compensatie van het beenlengteverschil kunnen er ook standafwijkingen en klachten ontstaan aan voeten, knieën, heupen en onderrug.
Mogelijk heeft u al jaren een beenlengteverschil en heeft u er nooit last van gehad.
Door bijvoorbeeld een zwangerschap, bekkeninstabiliteit of een trauma, worden de klachten door het beenlengteverschil niet minder, maar juist in stand gehouden.
Na een operatie voor een nieuwe heup of een knieprothese kan ook een beenlengteverschil optreden. Dit levert veelal in een relatief korte tijd pijnklachten op, omdat van de ene op de andere dag de beenlengte ongelijk is.
Wanneer er geen klachten zijn in de voeten, knieën, heupen of rug is een behandeling niet altijd noodzakelijk.
Bij kinderen, die in de groei zijn, komt een beenlengte verschil regelmatig voor. De benen groeien namelijk niet tegelijkertijd. Ook als een kind een ongeluk krijgt tijdens de groei kan dit een verschil in beenlengte veroorzaken. Denk hierbij aan een botbreuk als gevolg van een ongeluk. Wanneer er geen klachten ontstaan, is een behandeling ook hier in de meeste gevallen niet nodig.
Er moet worden vastgesteld of er sprake is van een ‘echt’ beenlengteverschil of dat het om een ‘schijn’ beenlengteverschil gaat.
Soms kan het zo zijn dat het lijkt alsof iemand een verschil in beenlengte heeft, doordat het bekken gedraaid of gekanteld is of scheef staat. Dit wordt een ‘schijn’ beenlengteverschil genoemd. Ook een scoliose (scheve rug) of naar binnen kantelende voeten kunnen de oorzaak zijn van ‘schijn’ beenlengteverschil.
Maak direct een afspraak
Oorzaken
- Aangeboren
- Ongeluk tijdens groei
- Botbreuken (doorgemaakte…)
- Groeistoornis (bij kinderen)
- Heupdysplasie
- Heup- of knieprothese
- Operatie
- Afwijkende en ongelijke stand in voeten en/of benen
Symptomen
- Hangen naar het kortste been
- Hogere druk op het kortste been
- Gebogen knie aan het langste geen
- Het bekken, de rug en de schouders zijn opgetrokken om de rug recht te houden
- Gebogen knie ter compensatie
- Kantelende knie naar binnen of naar buiten
- Pijn aan de zijde van het kortste been
- Pijn aan heup, knie, bekken, heup, rug of schouders
- Vermoeidheid
Wat kunt u zelf doen?
- U kunt zelf niets doen aan een verschil in beenlengte
- Zoek hulp bij een podotherapeut
- Draag de compenserende podotherapeutische inlegzolen altijd
- Draag de hakverhoging zolang het verschil in beenlengte niet is hersteld
- Houd u aan het (sport)schoenadvies van de podotherapeut
Wat kan de podotherapeut voor u doen?
- De podotherapeut onderzoekt uw klachten
- Er kan met analyse-apparatuur een analyse worden gemaakt van uw looppatroon, een eventuele afwijkende stand van uw voeten, alsmede de drukverdeling van uw voeten
- Ook wordt nagegaan of er sprake is van een beenlengteverschil of een afwijkende stand van de benen
- Er wordt vastgesteld of er een ‘echt’ beenlengteverschil is of dat er sprake is van een ‘schijn’ beenlengteverschil
- Corrigerende podotherapeutische inlegzolen kunnen worden aangemeten, die het beenlengteverschil compenseren
- Daarnaast kan met deze steunzolen een eventuele standsafwijking van de voeten en de benen (een X- of O-stand) worden gecorrigeerd
- Een hakverhoging onder de schoen kan nodig zijn om het verschil in beenlengte te corrigeren. Bij een relatief klein beenlengteverschil zal het lichaam zich hierop aanpassen.
- Ook kan gekozen worden voor een losse hakverhoging in de schoen van het kortste been
- Een (sport)schoenadvies kan worden gegeven, met aandacht voor zoolmateriaal, ballijn, hakhoogte, stabiliteit bovenwerk, stevig contrefort, etcetera
- Soms is het beenlengteverschil zo groot dat uw klachten niet zijn te verhelpen en wordt u doorverwezen naar een orthopedisch schoenmaker voor speciaal schoeisel.
- Een evaluatiemoment volgt 6 tot 10 weken na de definitieve therapie
Wat kunt u verwachten?
- De verwachting is goed
- De klachten zijn te verhelpen, afhankelijk van de grootte van het verschil in beenlengte
- Als de klachten gering zijn, kan het lichaam zelf de kleine verschillen compenseren
Eventuele verwijzing naar andere zorgverleners en/of specialisten
- Een doorverwijzing naar een orthopedisch schoenmaker kan nodig zijn voor speciaal op maat gemaakt schoeisel